Doe de methodecheck!
Wanneer is onderzoek ‘goed’? Wanneer kun je zeggen dat je met de resultaten aan de slag kunt? Als het veel stof doet opwaaien? Als men erover praat? Of als het van goede kwaliteit is?
Maar ja, wat is dat dan, een goede kwaliteit. Als onderzoeker weet je dat je dan moet kijken naar de betrouwbaarheid van onderzoek, naar de validiteit en naar de bruikbaarheid. Als je dit na wilt gaan voor jouw onderzoek, dan kijk je in hoeverre je fouten in je onderzoeksopzet of -uitvoering kunt ontdekken. Of er toevallige fouten ingeslopen zijn of misschien meer systematische fouten. Bij praktijkonderzoek is het daarnaast ook heel belangrijk om na te gaan of de resultaten wel bruikbaar zijn. Of een opdrachtgever met de aanbevelingen aan de slag kan. Je wilt immers niet dat het een papieren tijger wordt.
Je eigen werk controleren op deze mogelijke fouten is lastig. Als onderzoeker raak je vervlochten met je werk, je ziet fouten niet of je merkt pas achteraf dat het onderzoeksproces anders is gelopen dan je had verwacht. En dan is er nog de verantwoording: je moet je keuzes wel kunnen beargumenteren.
Ik pleit er daarom voor om een methodecheck te doen:
- op regelmatige momenten sta je stil en kijk je naar je hoofdvraag. Probeer antwoord te geven op vragen als ‘doen we nog de goede dingen’ of beargumenteer waarom je bepaalde keuzes maakt
- schrijf deze keuzes en hun argumenten vooral ook uit zodat je straks een goede verantwoording van je onderzoek kunt geven. Dit verhoogt de kwaliteit
- maar vooral: overleg met collega-onderzoekers, laat iemand meelezen en laat een (methodologisch) expert naar je opzet kijken.
Als expert op het gebied van methodologie wordt ik vaak gevraagd om zo’n methodecheck uit te voeren. Heb je belangstelling voor zo’n check? Neem contact op voor een orienterend gesprek.